SV | En de heerlijkheid des HEEREN rees op van het midden der stad, en stond op den berg, die tegen het oosten der stad is. |
WLC | וַיַּ֙עַל֙ כְּבֹ֣וד יְהוָ֔ה מֵעַ֖ל תֹּ֣וךְ הָעִ֑יר וַֽיַּעֲמֹד֙ עַל־הָהָ֔ר אֲשֶׁ֖ר מִקֶּ֥דֶם לָעִֽיר׃ |
Trans. | wayya‘al kəḇwōḏ JHWH mē‘al twōḵə hā‘îr wayya‘ămōḏ ‘al-hâār ’ăšer miqqeḏem lā‘îr: |
En de heerlijkheid des HEEREN rees op van het midden der stad, en stond op den berg, die tegen het oosten der stad is.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En de heerlijkheid des HEEREN rees op van het midden der stad, en stond op den berg, die tegen het oosten der stad is.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!